Strelitzia caudata, de paradijsvogel in de bergen

Strelitzia caudata komt voor in Zimbabwe en Mozambique, in het hart van het Chimanimani-gebergte. Deze plant uit de Strelitziaceae-familie toont haar paradijsvogelbloemen tussen antilopen, buffels en vlinders.

In het wild bereikt de Strelitzia caudata een hoogte van acht meter. In potten en binnenshuis wordt hij niet hoger dan twee meter. Deze kruidachtige vaste plant groeit rechtop. Hij heeft verschillende stengels die na verloop van tijd verhouten. Als je goed kijkt, kun je bladlittekens zien.

De bladeren groeien in twee rijen, waaiervormig, bovenaan de valse stammen. Ze worden ondersteund door een lange rozeachtige bladsteel en kunnen tot twee meter lang en 80 centimeter breed worden. De grijsgroene bladschijven zijn taai maar breekbaar. Ze scheuren in de wind en zien er uiteindelijk uit als palmbladeren.

Strelitzia caudata bloeit vanaf het vroege voorjaar. Er verschijnen meerdere bloemen op een bootvormig paars schutblad. Wit getint met mauve, doen ze denken aan die van strelitzia alba en strelitzia nicolai. Maar het is mogelijk om het verschil tussen de drie variëteiten te zien. De bloemblaadjes van de Mountain Strelitzia zijn ronder dan die van de Strelitzia alba. Bovendien heeft elke bloeiwijze maar één schutblad, terwijl Strelitzia nicolai er meerdere heeft. Zoals bij alle Strelitzia's moet je geduld hebben voordat je de bloemen kunt bewonderen. De eerste paradijsvogelvormige bloemen verschijnen pas na drie jaar.

Aan het einde van de zomer vervangen de vruchten de bloemen. Een houtachtige, drielobbige capsule bevat de ronde, zwarte zaden met een gele arillus.

Strelitzia caudata is een giftige plant. De schadelijke stoffen zijn voornamelijk geconcentreerd in de zaden en wortels. Als je samenwoont met huisdieren of kleine kinderen, zorg er dan voor dat je de plant buiten hun bereik houdt.