Hoe bladluizen bestrijden?

Bladluizen woekeren van maart tot september, tijdens de eierlegperiode. De afwezigheid van roofdieren, zoals lieveheersbeestjes of zweefvliegen, moedigt hun proliferatie aan.

Ze geven de voorkeur aan planten die verzwakt zijn door een slechte bodem en planten die gevoed worden met stikstofrijke meststoffen. In deze gevallen is het sap gemakkelijker te bereiken.

Deze plagen vallen alle gewassen aan. Maar ze zijn vooral dol op rozen en fruitbomen zoals frambozen en aardbeien.

Bladluizen zijn bijtende en zuigende insecten. Ze vallen de stengels en bladeren van planten aan.

Wanneer hun slurf sap verzamelt, slikken ze een beetje speeksel in. Dit draagt ziektes en virussen met zich mee die schadelijk zijn voor planten.

Net als wittevlieg lozen bladluizen hun uitwerpselen in de vorm van kleine, zoet smakende bolletjes die honingdauw worden genoemd. Deze substantie blijft achter op het oppervlak van planten en leidt tot de ontwikkeling van een schimmel genaamd fumagine.

Planten die worden aangetast door bladluizen zijn gemakkelijk te herkennen. Doordat ze geen sap meer hebben, verkleuren de bladeren en drogen ze uit.

Het speeksel van bladluizen veroorzaakt blaasjes op de bast van de stengel.

Als er ten slotte een zwarte schimmel op het blad verschijnt, is er sprake van fumago.

Insecticiden zijn niet de enige oplossing. Je kunt je tuin behandelen met natuurlijke methoden.

Om bladluizen af te schrikken, besproei je de bladeren met een mengsel van water en zeep of olijfolie en water. Je kunt ook een afkooksel maken van brandnetel, knoflook en alsem.

De geur van bepaalde planten, zoals lavendel, gewone tijm, venkel, goudsbloemen en munt, verjaagt bladluizen. Andere bloemen, zoals Oost-Indische kers, trekken ze aan. Door één plekje op te offeren, verjaag je de bedreiging van je andere beplanting.

Tot slot zorgen hulpinsecten, zoals lieveheersbeestjes, voor een natuurlijke en ecologische verdediging tegen deze indringers.