Hoya carnosa, kamerplant met porseleinen bloemen

Hoya carnosa groeit in de tropische wouden van Maleisië, India en Australië. In onze streken staat dit lid van de Apocynaceae familie bekend als de porseleinbloem. Hij wordt gekweekt als kamerplant, vooral voor zijn bloei.

Hoya carnosa is een overblijvende, klimmende plant. Als hij geen steun krijgt of wordt opgehangen, neemt hij een hangende groeiwijze aan die lijkt op die van de miniatuur wasbloem. In het wild kunnen de lianen wel zes meter hoog worden. Ze verschijnen als lange, flexibele, haarloze, vertakkende stengels.

Het groene blad is bezaaid met grijze vlekken. Maar in tegenstelling tot de bladeren van hoya kerrii, zijn die van Hoya carnosa niet hartvormig. Ze zijn ovaal en elliptisch, drie tot vijf centimeter breed en drie tot dertien centimeter lang. De bladeren zijn wasachtig en stevig, bijna zoals die van een vetplant.

Van de lente tot laat in de zomer is Hoya carnosa versierd met bloemen die eruit zien alsof ze zijn ontworpen door een keramist. De bloemschermen dragen tot 30 fluweelwitte of parelroze bloemen. Het zijn vijfpuntige sterren met een diameter van twee centimeter. Ze hebben een harde, gladde paarse kroon in het midden, waarin de meeldraden en stamper zitten. Hier wordt de nectar geproduceerd, die de bloemen hun subtiele geur geeft.

De porseleinplant is niet giftig. Je kunt hem zonder angst kweken, zelfs als je samenwoont met huisdieren of jonge kinderen. Wees alleen voorzichtig met je meubels! De nectar die uit de stamper ontsnapt, kan vlekken maken.