De wolluis, een roofdier van je planten
De wolluis, met als wetenschappelijke naam Pseudococcus viburni, is een parasitair insect uit de familie van de Pseudococcidae (orde Hemiptera). Hij is tussen de één en vijf millimeter groot. Zijn ovale, gesegmenteerde lichaam is bedekt met een witte poederachtige was met een katoenachtig uiterlijk. Deze afscheiding beschermt en verbergt de eitjes (ovisac).
Alleen vrouwtjes, larven of eieren worden op planten gevonden. Aan het einde van de larvale cyclus wordt het mannetje een vliegend insect. Het vrouwtje heeft geen vleugels. Ze leeft vastgehecht aan de plant waar ze haar eitjes legt.
Wolluizen variëren in kleur, vorm en uiterlijk afhankelijk van de soort (er zijn er meer dan 7000). Sommige hebben een zacht lichaam omhuld met wasachtige draden, andere hebben een hard lichaam bedekt met was of een zacht lichaam beschermd door een wasschild.
Binnen deze grote familie vallen twee soorten op omdat ze alle kamerplanten en kamerplanten aanvallen:
Binnen deze grote familie vallen twee soorten op omdat ze alle kamerplanten en kamerplanten aanvallen:
- de oranje wolluis(Planococcus citri) ;
- de kaswolluis(Pseudococcus longispinus).
Bijdragende factoren
Wolluizen gedijen goed in warme, vochtige en gesloten omgevingen. Een hoge luchtvochtigheid en temperaturen boven 27°C verhogen het aantal eitjes dat per legsel wordt gelegd. Tropische omgevingen, verwarmde serres en gekoelde kwekerijen bevorderen hun ontwikkeling.
Er wordt ook vermoed dat bepaalde stedelijke vervuilende stoffen een effect hebben op hun verspreiding.
Er wordt ook vermoed dat bepaalde stedelijke vervuilende stoffen een effect hebben op hun verspreiding.
Hoe het werkt
De wolluis is een zuigend, bijtend insect. Hij doorboort de stengels en bladeren van planten met zijn rostrum om zich te voeden met hun sap. Als hij niet wordt behandeld, leidt de invasie tot totale sterfte.
Wolluizen produceren een kleverige, zoete substantie genaamd honingdauw, die de fotosynthese verhindert. Deze afscheiding bevordert het verschijnen van micro-organismen die bekend staan als fumagine. Deze geven een zwartachtig uitzicht aan het oppervlak van het zieke deel.
Tijdens het koude seizoen overwintert deze plaag in holtes in de plant of op de kroon. In de lente keert hij terug naar de bovengrondse delen.
Gewassen kunnen elkaar besmetten als ze dicht bij elkaar staan of tijdens onderhoud. Een gereedschap dat niet gedesinfecteerd is, je handen of je kleren zijn allemaal vectoren van besmetting. De oorsprong van de besmetting houdt echter vaak verband met de aankoop van een reeds gekoloniseerde plant die in huis wordt gebracht.
Symptomen
Het schildluis is klein en onopvallend, maar bepaalde stigma's verraden het. De plant is verzwakt, de bladeren zijn misvormd en vroegtijdig vergeeld. Aan de onderkant van de bladschijven en op de stengel zitten katoenachtige massa's, zwarte vlekken door fumagine en kleverige druppels die mieren aantrekken.
Als je goed kijkt, zie je bruine omhulsels en insecten op de kruispunten van de bladeren of nerven.
Behandeling
Isoleer de plant indien mogelijk zodra de diagnose is gesteld. Besproei andere planten preventief met brandnetel- of varenslijm.
Afhankelijk van de mate van aantasting zijn er verschillende natuurlijke oplossingen beschikbaar om wolluizen uit te roeien.
Het insect heeft een hekel aan water. Je kunt de plant daarom besproeien met een vrij krachtige straal. Vergeet niet om de pot af te dekken met een plastic zak om te voorkomen dat het ongedierte daar zijn toevlucht zoekt. Herhaal de handeling totdat het ongedierte volledig is verdwenen.
Je kunt ook een milieuvriendelijke spuitoplossing bereiden. Meng een liter water met
- een theelepel spiritus;
- een theelepel olijfolie (of plantaardige olie);
- een theelepel zwarte zeep.
Deze oplossing moet twee keer na elkaar worden besproeid, daarna één keer per week totdat de larven en eitjes volledig zijn vernietigd.
Een spraybehandeling op basis van een aftreksel van knoflookkoppen kan ook worden geprobeerd.
De grond kan aangetast zijn. Haal bij potplanten het substraat weg en desinfecteer de pot. Gooi niets in de compost, want je loopt het risico toekomstige aanplant te besmetten.
Als de plant ernstig geïnfecteerd is, snoei hem dan terug, vervang de pot en zet hem minstens 6 maanden in quarantaine.
Als je een fan bent van biologische bestrijding, waarom introduceer je dan niet de natuurlijke vijanden van de wolluis, lieveheersbeestjes of wantsen? Ze verslinden alle soorten, in alle stadia van ontwikkeling.
Het herplanten van waardplanten (brandnetels) of honingdragende planten, het inzaaien van een weide, zijn allemaal manieren om hulpinsecten aan te trekken. Bovendien dragen ze bij aan de biodiversiteit in de tuin.